Bron: | Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed |
Datering: | 1830 |
EEN AFDRUK VAN DEZE KAART BESTELLEN? DAT KAN HIER! Deze kadastrale kaart van Dokkum van rond 1830 is de eerste echte plattegrond van de stad. Alle voorgaande kaarten waren getekend in het zogenaamde vogelvluchtperspectief. Het kadaster werd opgericht in 1832, maar al in 1811 had Napoleon (toen de baas van Nederland) besloten dat alle percelen en gebouwen nauwkeurig gemeten en in kaart moesten worden gebracht. Na de val van Napoleon in 1813 stokte de 'kadastrering', maar vanaf 1816 werd de operatie onder koning Willem III weer opgepakt. De kaart geeft een mooi en zeer nauwkeurig beeld van Dokkum in de eerste decennia van de negentiende eeuw. Met behulp van de overlay in Google Maps is goed te zien dat het stratenpatroon sindsdien nagenoeg ongewijzigd is gebleven. Overigens is dat stratenpatroon nog veel ouder. Het stamt grotendeels al van ver vóór 1583, toen de vestingwerken werden aangelegd die er vandaag de dag nog liggen. Natuurlijk zijn er sinds deze kaart werd gemaakt ook wél de nodige dingen veranderd. Zo werd bijvoorbeeld vlak na het maken van de kaart de voormalige Abdijtoren gesloopt (1832). Die toren is op de kaart nog te zien als het blauwe vierkantje tegenover de Grote Kerk op De Markt. Het was het restant van de Abdijkerk die al in 1585 was gesloopt. Op het noordwestelijk bastion, de Hanspoortdwinger, is een (koren)molen te zien. Die was gebouwd in 1760 en brandde in 1842 af. Nadat enkele intitiatieven om er een nieuwe molen te bouwen gestrand waren, kreeg Pieter Jacob Geykema uit Harlingen in 1858 vergunning om ter plaatse een gasfabriek op te richten. Vanaf begin 1859 voorzag die fabriek (te zien op de 'opvolger' van deze kaart uit 1877) onder meer de straatverlichting in Dokkum van gas. In 1852 waren er in de stad 53 lantaarns geplaatst. Die brandden aanvankelijk op petroleum, maar waren al wel voorbereid voor gasverlichting. Toen de gasfabriek van Geykema operationeel was, waren er inmiddels 63 straatlantaarns. Na Leeuwarden (1845), Groningen (1854) en Harlingen 1857) was Dokkum de vierde stad in het noorden met een gasfabriek. In 1905 nam de gemeente de gasproductie over en werd één bastion verder een volledig nieuwe gasfabriek gebouwd. De oude fabriek werd gesloopt en op het vrijgekomen terrein realiseerde De Bouwvereeniging in 1913 de eerste sociale woningen van Dokkum. Net als de gemeentelijke gasfabriek zijn die, inmiddels al weer meerdere decennia geleden, verdwenen. Op de kaart is verder te zien dat het water van de Oostersingel nog niet gedempt is. Ook dat is op de kaart van 1877 wel het geval. De raad had in april 1870 besloten tot demping, onder meer om te besparen op de onderhoudskosten van de kades in de stad. Bij het dempen werd gebruik gemaakt van de grond die was vrijgekomen bij het afgraven van het Oosterbolwerk. Ook in het zuiden van de stad is een (in dezelfde tijd gedempt) grachtje te zien. Het liep vanaf het zuidelijke eind van de Wortelhaven naar het oosten, langs wat tegenwoordig de zuidzijde is van de Achtzaligheden. Jim mutte komme, ut waait! Molens en molenaars in Dongeradeel (Warner B. Banga, Stichting Historia Doccumensis, 2010) Geschiedenis van Dokkum, hart van noordelijk Oostergo (Meindert Schroor e.a. Stichting Historia Doccumensis, 2004) | |