Bron: | Stadsarchief Rotterdam |
Datering: | 1694 |
EEN AFDRUK VAN DEZE KAART BESTELLEN? KLIK HIER De makers Deze schitterende en rijk gedecoreerde oude kaart van Rotterdam werd gemaakt door Johannes de Vou en Romeyn de Hooghe. De Vou was bouwkundige, maar ook schilder, graficus en tekenaar. In die laatste hoedanigheid maakte hij voornamelijk stadsprenten. Deze kaart van Rotterdam is, voor zover bekend, de enige waar hij ook fungeerde als cartograaf, dat wil zeggen als tekenaar van de kaart zelf. Romeyn De Hooghe was een beroemd en veelzijdig kunstenaar. Hij tekende zo’n 3500 prenten, was etser, karikaturist, schilder, iconograaf, goudsmid, emailleur en illustrator van boeken en kaarten. Maar De Hooghe was nog veel meer: uitgever van kaarten, advocaat, schrijver van historisch-politiek werk en uitvinder van een manier om katoen te bedrukken. Hij was werkzaam in achtereenvolgens Amsterdam, Den Haag en Haarlem. Het landmeetkundige werk voor de kaart is naar alle waarschijnlijkheid verricht door Pieter (Pierre) Ancelin. Deze Ancelin was als landmeter werkzaam bij de ‘Fabricage’ (de toenmalige gemeentewerken). In 1697 zou Ancelin zélf een kaart van Rotterdam tekenen, waarop hij ook de waterdieptes in de Maas aangaf. Voor zover bekend is dat de oudste kaart waarop een stelsel van dieptelijnen is ingetekend; Ancelin kan dus gezien worden als uitvinder daarvan. Het ligt voor de hand dat Ancelin voor de plattegrond van de stad op deze kaart gebruik maakte van zijn eerdere metingen voor de kaart van De Vou en De Hooghe. Complete Stad- en Maaskaart, Pierre Ancelin, 1697 (bron: Stadsarchief Rotterdam) Monumentale wandkaart De opdracht voor het maken van de kaart kwam van het Rotterdamse stadsbestuur. Dat wilde niet achterblijven bij steden als Amsterdam, Den Haag, Leiden, Delft en Haarlem, die al eerder fraaie wandkaarten hadden laten maken. Er moest een grote, nauwkeurige en decoratieve stadsplattegrond komen, zonder alle fouten van oudere plattegronden. Maar vóór alles was de kaart bedoeld als prestigieus pronkobject ter meerdere glorie van het opkomende Rotterdam, en natuurlijk zijn bestuurders. De kaart verscheen in eerste instantie dan ook alleen als representatieve wandkaart. En wát voor één! Het resultaat was ronduit spectaculair. De kaart was samengesteld uit meer dan 40 afzonderlijk gedrukte delen en was bijna 2 meter breed. Aan dat reuzenformaat heeft geen enkele andere plattegrond van een stad in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ooit kunnen tippen. Maar het is niet alleen het formaat waardoor deze monumentale kaart tegenwoordig wordt beschouwd als één van de absolute hoogtepunten in de Nederlandse cartografie van de zeventiende en achttiende eeuw. Meer nog dankt de kaart die status aan de ongekend fraaie kunstzinnige uitvoering en de tot dan toe ongeëvenaarde topografische precisie. Op het hier getoonde exemplaar is in 1966 een passe-partout geplakt dat een heel klein deel van de kaart bedekt (en in 2023 om die reden verwijderd is). De plattegrond van de stad werd getekend door de Vou en bestond uit 6 kaartbladen op een schaal van ca. 1:1850. Zijn naam staat ook vermeld in het titelcartouche rechtsboven. Behalve een kompasroos en informatie over schaal staat hier ook de uitgebreide titel van de kaart: Rotterdam met al syn Gebouwen net op haer maet Geteekent en Gesneden als Burgermeesteren waren de Heeren Mr. Isaac Vethuysen, Iohan van Heel, Iohan Steenlack, Mr. Marinus Groenincx. De slavernij verbloemd Midden-onder, binnen het eigenlijke kaartbeeld, staat een afbeelding van de hand van De Hooghe. De zittende, gekroonde vrouw is de stedenmaagd, de personificatie van de machtige stad Rotterdam. Met de riviergod rechts van haar, die een kruik omarmt waar water uit stroomt, wordt de belangrijke relatie van de stad met het water uitgebeeld. Links van de zittende vrouw zien we een figuur (half-man, half-zeemonster) die de Admiraliteit voorstelt. De drie P’s op het schild dat hij vasthoudt, staan voor Pugno Pro Patria: ik vecht voor het vaderland. De twee figuren in zijn kielzog zijn duidelijk afkomstig uit Zuid Amerika respectievelijk Afrika. Ze zijn afgebeeld met vleugeltjes op hun rug om ze een goddelijke status te geven. Zogenaamd vrijwillig en blij komen ze de weelderige stedenmaagd Rotterdam nederig een enorme slagtand aanbieden, gevuld met allerlei producten van overzee. Door het op deze manier weer te geven werd de werkelijkheid van onderdrukking, uitbuiting en slavernij schaamteloos genegeerd en zelfs verbloemd. Rechts de Admiraliteit met in zijn kielzog een Afrikaanse en een Zuid Amerikaanse slaaf Artistiek randwerk De zeer gedetailleerde plattegrond wordt omgeven door een uitgebreide artistiek randwerk. Direct rondom de plattegrond is (vermoedelijk door De Hooghe) een smalle rand getekend die de associatie aan een lauwerkrans oproept: gebladerte met vruchten en bloemen en met een lint omwikkeld. Helemaal links en rechts staan twaalf afbeeldingen van belangrijke gebouwen en locaties in de stad, die door De Vou zijn getekend, en ook door hem zijn gesigneerd. De overige elementen in het randwerk kunnen met zekerheid worden toegeschreven aan De Hooghe. Die gold in zijn tijd als de beste grafisch kunstenaar in de Nederlanden. Dat was precies de reden waarom het stadsbestuur hém had gevraagd, en waarom hij ook de grootste artistieke inbreng had in het project. De ‘sterrenstatus’ van De Hooghe kwam ook tot uiting in de vergoeding die hij kreeg voor zijn werk. Die bedroeg maar liefst fl 2000. De Vou moest het doen met fl 100… Een spectaculair panorama van Rotterdam beslaat de hele onderrand van de kaart. Op de voorgrond is een druk bevaren Maas te zien, met onder meer een paar oorlogsschepen in actie. Direct links en rechts naast de plattegrond, en in de bovenrand, staan in totaal 30 wapens en namen van stedelijke regenten en ambtsdragers, waaronder ook een aantal oud-burgemeesters. De eigenlijke wapenschilden zijn ‘ingebed’ in een decoratie die bestaat uit twee bladertakken, een kroon en aan de onderkant een banderol met de naam van de betreffende persoon. De bovenrand is zeer uitbundig gedecoreerd, met onder meer engelfiguren, leeuwen en guirlandes. In het midden staat het stadswapen van Rotterdam te zien, met daaromheen de (kleinere) wapens van de omliggende heerlijkheden die tot de stad behoorden. Aan weerszijden daarvan staan de familiewapens van de vier ‘borgermeesters’, met daaronder hun namen op een gemarmerde ondergrond. Geheel rechts respectievelijk links staan de wapens en namen van de secretaris en de ‘pensionaris’. De laatste adviseerde en vertegenwoordigde het bestuur in juridische aangelegenheden en was feitelijk de belangrijkste ambtenaar. De vier burgemeesters vormden samen met de secretaris en de pensionaris de kern van het stadsbestuur, en kregen daarom ook de meest prominente plek op de kaart. Vijf van de zes staan er zelfs twee keer op, namelijk ook in de ‘kolommen’ met wapens naast de plattegrond. Alleen de pensionaris moest het doen met slechts één vermelding. Die mocht dan in de praktijk de belangrijkste ambtenaar zijn, in de hiërarchie stond de secretaris blijkbaar toch een treetje hoger. In de online collectie van Museum Rotterdam troffen we een exemplaar aan waarop de kolommen met de stadsgezichten en de familiewapens zijn ‘omgewisseld’ (zie onderstaande afbeelding). Hier staan de stadsgezichten dus direct naast de plattegrond, en de fa zijn ‘omgewisseld’ (zie onderstaande afbeelding). Hier staan de stadsgezichten dus direct naast de plattegrond, en de familiewapens helemaal links en rechts. Verderop zal blijken dat er nog allerlei andere versies van de wandkaart bestaan. Exemplaar van de wandkaart waarbij de stadsgezichten en wapens zijn omgewisseld (bon: Museum Rotterdam) Tegenvallende verkoop De kaart werd gedrukt in een oplage van maar liefst 600 stuks. Een deel daarvan was bestemd voor de vroedschapsleden, die allemaal een ingekleurd en ingelijst exemplaar kregen. Daarnaast diende de kaart bij gelegenheid als kostbaar en prestigieus relatiegeschenk. De rest was bedoeld voor de verkoop. In de stadsrekeningen zijn tot en met 1711 posten terug te vinden voor het inkleuren van de kaart. In dat jaar was van de oplage van 600 stuks nog een fors deel over. De beoogde verkoop aan een breder publiek was blijkbaar nauwelijks van de grond gekomen. Van wandkaart naar atlas Vanaf 1774 liet het Rotterdamse stadsbestuur uit de toen nog resterende voorraad kaartbladen een aantal atlassen samenstellen met als titel Caart van de stad Rotterdam, en gezigt langs de Maas, beneevens de afbeeldingen van de voornaamste publique gebouwen. De kaartbladen werden gebonden in een omslag van leer met goudopdruk. Ook de atlas-versies van de kaart waren vooral bedoeld voor leden van het stadsbestuur en andere Rotterdamse notabelen. Er werden bladen toegevoegd met de wapens van alle vroedschapsleden, pensionarissen en secretarissen van de stad sinds 1673, dus met terugwerkende kracht tot 20 jaar vóórdat de oorspronkelijke wandkaart werd gemaakt. In het Stadsarchief Rotterdam bevindt zich een exemplaar van de atlas uit 1786 of kort daarna. Waarschijnlijk was dat ook de laatste uitgave van de kaart in atlasvorm; in de overige openbare collecties in Nederland zijn geen exemplaren van later datum bekend. Overigens kennen de uitgegeven ‘Rotterdam-atlassen’ behoorlijke verschillen in inhoud en uitvoering. In de eerste exemplaren is (meestal) een blad toegevoegd met een afbeelding van de nieuwe Beurs aan de Blaak, die in 1736 werd voltooid. De gravure uit 1743 is van de hand van François van Bleyswyck. Bij de laatste atlas-exemplaren is op dat blad nog een tweede afbeelding afgedrukt: een gezicht op de tussen 1764 en 1773 nieuw gebouwde Delftse Poort (gegraveerd door Johan van der Spruit). In de atlas-uitgave toegevoegde afbeelding van de nieuwe Beurs (bron: Rijksmuseum) In de atlas-uitgave toegevoegde afbeelding van de Deltsche Poort (bron: Rijksmuseum) De verschillen in uitvoering zitten onder meer in de band: kalfsleer, rundleer, wel of geen sluitlinten en verschillende goudstempels. Maar ook de manier waarop de plattegrond van de stad in de atlas is opgenomen, is niet eenduidig. Soms is de plattegrond meermaals gevouwen en dan ingebonden of los bijgevoegd. In andere exemplaren zijn de zes kaartbladen samengevoegd tot twee apart gebonden, uitklapbare deelkaarten. Tenslotte bestaan er grote verschillen wat betreft de inkleuring. Dat inkleuren werd met de hand gedaan door zogenaamde ‘afsetters’. In 2017 is een facsimile-uitgave van de Rotterdam-atlas verschenen in een exclusieve genummerde oplage van 125 exemplaren. Daarbij werd gebruik gemaakt van verschillende exemplaren van de oorspronkelijke atlas. Wapengekletter Logischerwijs werden gaandeweg aan de atlassen ook steeds meer bladen toegevoegd met de familiewapens van burgemeesters, oud-burgemeesters, ‘raden’ (raadsleden), pensionarissen en secretarissen. De atlas in het Stadsarchief Rotterdam (naar alle waarschijnlijkheid de laatste uitgave) is online helaas niet volledig te bekijken. Het exemplaar in de collectie van het Rijksmuseum is dat wel. Die atlas telt 16 bladen met in totaal 154 wapens. Ook het Maritiem Museum in Rotterdam heeft een exemplaar van de atlas volledig online beschikbaar. Gelet op het aantal familiewapens dáárin (101) zal dat een ouder exemplaar zijn dan dat van het Rijksmuseum. Op twee van de 16 ‘wapenbladen’ in het exemplaar van het Rijksmuseum staan de familiewapens van 12 pensionarissen en 23 secretarissen. Die zijn alle 35 voorzien van het jaartal van indiensttreding. Bij de familiewapens van de vroedschapsleden wordt dat jaartal pas vermeld bij degenen die vanaf 1710 toetraden. Een ander verschil is het verschil in decoratie. De wapens van de pensionarissen en secretarissen zijn puur zakelijk, sober weergegeven. De decoratie die de wapens van de (oud-)burgemeesters en raadsleden kenmerkt, ontbreekt hier: geen kroon, geen bladertakken, en de naam en het jaartal gewoon in een drukletter eronder. Ter compensatie zijn de betreffende bladen als geheel wel voorzien van enige decoratie. Blad met wapens van pensionarissen en secretarissen (bron: Rijksmuseum) Verscheidene familiewapens komen meerdere keren voor. Soms is sprake van verschillende leden en/of generaties van eenzelfde familie, maar het kwam ook voor dat één en dezelfde persoon switchte van functie. Ook waren er families waar beide situaties van toepassing zijn. Zo was ene Bastiaen Schepers in 1678 pensionaris en drie jaar later secretaris. In 1698 zien we dezelfde naam ook nog als lid van de raad, maar dat kan ook een andere Bastiaen zijn geweest. Later komt het wapen van de familie Schepers nóg twee keer voorbij: Willem Schepers was in 1713 lid van de raad, en Gerard Schepers in 1750. Al met al komt het wapen van de familie Scheper dus vijf keer voor in de atlas. De familie Van Zuylen Nyevelt spant echter de kroon: hun familiewapen komt zelfs zes keer voor. Op de wandkaart uit 1694 stond Harman van Zuylen van Nyeveld al als secretaris, en een Jacob van Zuylen Nyevelt als ‘balliuw’ (= baljuw: een bestuursambtenaar). Deze familienaam (Nyevelt soms dus ook geschreven met een d) zien we in de atlas-versie in het Rijksmuseum nóg vier keer. Een andere Jacob dan de genoemde ‘balliuw’ was in 1775 de derde secretaris in de familie, na een Arnout in 1690 en de al genoemde Harman in 1693 (in de atlas-versie gecorrigeerd naar Herman). Daarnaast zien we twee keer een Arnold als lid van de raad: de eerste in elk geval vóór 1710, de tweede in 1748. Interessant is ook de naam Samuel Beyer. Volgens het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek was deze pensionaris van 1672 tot 1692. Dat moet dan met een onderbreking zijn geweest: immers, in 1678 werd Bastiaen Schepers pensionaris. Toen die drie jaar later secretaris werd, zal men Beyer teruggevraagd hebben in zijn oude functie. Isaac van Hoornbeeck was in 1692 de opvolger van Beyers. Toeval of niet, in dat zelfde jaar werd Beyers’ zoon, die ook Samuel heette en sinds 1688 één van de burgemeesters van de stad was, ontslagen vanwege “zijn politieke gevoelens en als tegenstander van den baljuw mr. Jacob van Zuylen van Nyevelt” (aldus het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek). Mogelijk is zijn ontslag als burgemeester de reden dat Samuel Beyers jr. op de wandkaart van 1694 niet vermeld wordt als ‘out-borgermeester’. Maar het kan ook dat zo’n vermelding voorbehouden was aan degenen die ‘praeses borgermeester’ waren geweest (voorzittende burgemeester). Hoe het ook zij, Beyers jr. keerde in 1703 terug in het stadsbestuur en drie jaar later wérd hij ‘praeses borgermeester’. Opmerkelijk is dat dan aan het oorspronkelijke familiewapen een uil is toegevoegd. Familiewapen Beyer toen Beyer sr. pensionaris was (bron: Rijksmuseum) Familiewapen Beyer (voorzien van decoraties) nadat Beyer jr. in 1716 praeses borgermeester was geworden (bron: Rijksmuseum) Van atlas naar wandkaart In het prospect voor de facsimile-uitgave van de atlas-versie uit 2017 wordt gesteld dat de laatste wandkaart-versie werd gemaakt in 1711. Die veronderstelling blijkt niet te kloppen. In de online-collectie van Museum Rotterdam vonden we twee exemplaren van de wandkaart die van veel later datum zijn. Overigens schreef Piet Ratsma in 1994 (hij was destijds werkzaam bij het Stadsarchief Rotterdam) dat waarschijnlijk alle zeventiende en achttiende-eeuwse exemplaren van de wandkaart verloren zijn gegaan. De (destijds) bekende exemplaren waren volgens hem vermoedelijk allemaal montages uit het eind van de negentiende of het begin van de twintigste eeuw. Omdat die beweringen niet verder werden toegelicht, gaan we er vooralsnog van uit dat de wandkaarten die hieronder aan bod komen ‘contemporaine’ exemplaren zijn. Van één van beide exemplaren van Museum Rotterdam is de resolutie van de afbeelding op de website hoog genoeg om de jaartallen onder de familiewapens te kunnen lezen. Dat exemplaar telt in totaal 134 wapens. Helemaal linksonder staan er drie, en rechtsonder vier, van mannen die in 1787 toetraden tot de vroedschap. Die kaart kan dus worden gedateerd op 1787 of vlak daarna. Daarmee is de kaart dus iets meer ‘up to date’ dan de atlas-versie uit 1786 in Stadsarchief Rotterdam. Het exemplaar in de collectie van Museum Rotterdam uit 1787 of vlak daarna Het tweede exemplaar in de collectie van Museum Rotterdam telt nog vier wapens meer, dus 138 in totaal. Dat betekent dat, vergeleken met de kaart uit 1694, maar liefst 108 familiewapens zijn toegevoegd: een boven- en een onderrand van elk 28 stuks, en links en rechts een dubbele ‘kolom’ met per kolom 13 stuks. De jaartallen onder de wapens zijn op de online afbeelding niet leesbaar, maar navraag bij het museum heeft geleerd dat het ‘nieuwste’ familiewapen op dit exemplaar stamt uit 1791. Dat staat helemaal rechtsonder en is van Bartholomeus Verbrugge Wilemsz. Deze Verbrugge was makelaar in granen en tot in 1794 lid van de vroedschap. Er mag dus van uit worden gegaan dat dit exemplaar van 1791 of vlak daarna is. Daarmee is het zeer waarschijnlijk één van de laatste versies van de wandkaart, zo niet dé laatste. Het exemplaar in de collectie van Museum Rotterdam uit 1791 of vlak daarna Alleen al door het nóg grotere formaat zijn de eind achttiende-eeuwse exemplaren nog wat indrukwekkender dan de oorspronkelijke versies van de wandkaart. Wat dat betreft spant de kaart uit 1787 of vlak daarna wel de kroon: die is maar liefst 2 meter 18 hoog en 2 meter 57 breed. Dat extra grote formaat was noodzakelijk vanwege het toevoegen van de twee stadsgezichten van de nieuwe Beurs en de nieuwe Delftse Poort. Maar die twee extra elementen vergden ook een wezenlijk andere compositie van de verschillende kaartonderdelen. De plattegrond kreeg een volledige omlijsting van familiewapens en de twee kolommen met stadsgezichten werden ‘uitgelijnd’ met het panorama. Verder kreeg de kaart aan alle kanten een duidelijke beëindiging: links en rechts een kolom met familiewapens, aan de onderkant het panorama en aan de bovenkant, bijna letterlijk als kroon op het werk, de rijk gedecoreerde afbeelding met het stadswapen, de wapens van de omliggende heerlijkheden en de familiewapens van de vier borgermeesters, de pensionaris en de secretaris. Smaken verschillen, maar esthetisch is de kaart uit 1787 of vlak daarna wel een absoluut top-exemplaar. De verschillende elementen zijn hier samengevoegd tot een prachtige, evenwichtige compositie. Wat daarbij ook in het oog springt is de ruime opzet van het geheel. Die was mogelijk doordat de kaart vanwege de twee extra stadsgezichten in de hoogte wel móest groeien, en men er daarnaast voor koos om de kaart breder te maken dan het panorama. Eén en ander resulteerde in vrij veel ruimte tussen de verschillende kaart-elementen waardoor het totaalbeeld nog eens extra rustig oogt. Het exemplaar uit 1791 of vlak daarna scoort wat dat betreft toch net wat lager. Het kleinere formaat (2,06 m x 2,38 m) maakt dat de verschillende elementen wat dichter op elkaar staan. In combinatie met de iets minder evenwichtige compositie resulteert dat, vergeleken met de versie van vier jaar eerder, in een wat rommeliger beeld. Niettemin is ook dit een mooie, goed verzorgde kaart. Dat er ook exemplaren zijn die duidelijk minder van kwaliteit zijn, zal verderop blijken: deze beschouwing eindigt met een kaart die esthetisch en qua technische uitvoering eigenlijk ondermaats is (maar niettemin zéér bijzonder is). Niet alles uit de kast Het was niet zo dat bij de wandkaarten die eind achttiende eeuw werden gemaakt alles uit de kast werd gehaald om een volledig geactualiseerde heruitgave te realiseren van de oorspronkelijke wandkaart. Het zijn steevast compilaties van het materiaal dat men op dat moment op de plank had liggen. Maar ook in letterlijke zin werd daarbij niet álles uit de kast gehaald. Op het jongste exemplaar van Museum Rotterdam ontbreken bijvoorbeeld de afbeeldingen van de nieuwe Beurs en de nieuwe Delftse Poort, terwijl die wel beschikbaar waren. Overigens is het opmerkelijk dat op deze versie sommige van de twaalf stadsgezichten in vergelijking met de kaart uit 1694 van plaats zijn veranderd. Op die oorspronkelijke kaart waren de stadsgezichten (met uitzondering van ’t Oude Hooft helemaal rechtsonder) voorzien van een letter in de rechterbovenhoek. De ‘A’ (stadhuis) staat linksboven, de ‘B’ (Laurenskerk) rechtsboven, en zo gaat het ‘zigzaggend’ naar beneden. Op de wandkaart van bijna 100 jaar later ontbreekt de letteraanduiding op de stadsgezichten. De afbeeldingen van de Laurenskerk, de Prinsenkerk en de Markt zijn verhuisd van rechts naar links en die van de Vismarkt, het Schielandhuis en het Nieuwe Hoofd gingen van links naar rechts. De beweegredenen voor dit stuivertje wisselen laten zich slechts raden. Omdat het maar de vraag is óf er een gedachte achter zat, wagen we ons niet aan speculaties daarover. Waarom de twee latere stadsgezichten op deze versie geen plekje kregen, is ook wat raadselachtig. Wellicht vond men bij nader inzien (dat wil zeggen: ná het exemplaar waarop ze wel waren toegevoegd) dat ze de originaliteit van de oorspronkelijke kaart geweld aandeden. De twee latere stadsgezichten waren immers niet van de hand van De Vou. Het kan ook zijn dat de latere wandkaarten in opdracht van particulieren werden gemaakt, die elk hun eigen wensen verwezenlijkt wilden zien. Dat zou dan ook de reden kunnen zijn dat zelfs voor het exemplaar met de veertien stadsgezichten toch nog niet (letterlijk) alles uit de kast was gehaald. De 134 familiewapens op dat exemplaar waren niet alle wapens die beschikbaar waren. De atlas-versie in het Rijksmuseum telt er bijvoorbeeld nog 20 meer. De plattegrond Bij het uitbrengen van de atlas-versies had men niet de ambitie om de wandkaart uit 1694 te herzien. Bij de latere wandkaarten was dat evenmin het geval: dat waren simpelweg compilaties van (een deel van) het materiaal dat men op de plank had liggen. Eén en ander blijkt in de eerste plaats uit het feit dat de brede bovenrand met onder meer de familiewapens van de zes mannen die in 1694 het dagelijks bestuur van de stad vormden, al die tijd onveranderd bleef. Die zes mannen waren natuurlijk al lang geleden overleden, maar men zal van mening zijn geweest dat ze, als initiatiefnemers voor de oorspronkelijke kaart, een blijvend eerbetoon verdienden. Ook de plattegrond van de stad was in het kader van de atlas-versies niet geactualiseerd. En blijkbaar vond men het ook bij het uitbrengen van de nieuwe wandkaarten niet de moeite en/of het geld waard om de plattegrond aan te passen aan de actuele situatie. Op de oorspronkelijke wandkaart gaf de plattegrond een ongekend nauwkeurig en prachtig visueel beeld van de stad aan het eind van de zeventiende eeuw. De grote schaal en de precieze weergave van de bebouwing in vogelvlucht resulteerde in een beeld van de stad dat door geen enkele andere kaart van Rotterdam geëvenaard wordt. Kijk bijvoorbeeld naar de treffende weergave van het ‘lanen-gebied’, de stroken land aan de oost- en westkant van de stadsdriehoek met veel tuinen en buitenverblijven. Detail van het Lanen-gebied De situatie binnen de stadsdriehoek is helemáál knap getekend. De dichte bebouwing daar, voor een groot deel bestaand uit chique grachtenpanden, is ongelofelijk gedetailleerd weergegeven. Wat direct opvalt is de enorme hoeveelheid schepen, overal in en rond de stad: zeeschepen, oorlogsschepen, binnenvaartschepen, varend op de Maas en in de stad, afgemeerd langs de kades en half afgebouwd of ter reparatie op de wal bij de talloze scheepswerven. Als het ongeëvenaarde belang van Rotterdam als haven- en scheepvaartstad nu nog niet duidelijk was… Detail van de stadsdriehoek Bijna een eeuw na het verschijnen van de oorspronkelijke wandkaart was men dus nog steeds zeer content met het werk van De Vou en de Hooghe, en vond men dat de basiselementen ervan nog steeds prima konden dienen als ‘uithangbord’ waarmee de machtige positie van Rotterdam verbeeld werd. Dat de stad zich in de tussentijd verder ontwikkeld had, en een herziening van de plattegrond geen overbodige luxe zou zijn, was van ondergeschikt belang. Wellicht vreesde men ervoor dat een nieuwe kaarttekenaar de kwaliteit van de oude kaart nooit zou kunnen evenaren. Maar het kan ook zijn dat het werk van De Vou en De Hooghe na een kleine eeuw al een status als ‘klassieker’ had verworven, waarvan men vond dat er niets aan veranderd mocht worden. Die status had de kaart zéker in 1867: toen zond het gemeentebestuur een exemplaar in voor de Wereldtentoonstelling in Parijs. Niet als actueel beeld van de stad, maar als prestigieus object waarmee men het roemrijke verleden van Rotterdam wilde laten zien. Gewijzigd panorama Was er op de latere wandkaarten, afgezien van de toegevoegde familiewapens en de twee extra stadsgezichten op sommige versies, dan echt helemaal niets nieuws onder de zon? Toch wel: het panorama van de stad is net iets anders dan op de oorspronkelijke wandkaart. Het nieuwe panorama is iets breder dan het oorspronkelijke, en werd al gemaakt in het kader van de atlas-versies. Verreweg het grootste deel is onveranderd ten opzichte van de versie uit 1694: alleen aan de zijkanten veranderde het iets. Aan de rechterkant werd er simpelweg een stukje aangeplakt, waardoor daar een extra stukje stad te zien is. Een concrete aanleiding daarvoor was er niet: aan die kant was de stad niet wezenlijk gegroeid of veranderd. Ook aan de linkerkant werd een extra stukje aan het panorama geplakt, maar daar werd tegelijkertijd het oorspronkelijke panorama veranderd. Het oorlogsschip schoof wat naar links, waardoor het nu de Delftse Poort op de achtergrond deels aan het zicht onttrekt. Rechts van het schip zijn nu twee grote molens en een kerktoren te zien. De kerktoren en één van beide molens ontbraken op het oude panorama, de andere molen werd deels aan zicht onttrokken door het oorlogsschip. Verder is ten westen van de ingang van de Leuvehaven een dubbele bomenrij te zien, die op het oorspronkelijke panorama nog ontbreekt. Boven het meest linker deel van het oorspronkelijke panorama (Stadsarchief Rotterdam), daaronder het meest linker deel van het nieuwe panorama (Rijksmuseum) Anders dan de oostkant van de stad was hier de stedenbouwkundige situatie en het aanzicht van de stad wél behoorlijk veranderd. In 1693, dus vlak voor het verschijnen van de oorspronkelijke wandkaart, was de Zalmhaven gerealiseerd. Die is helemaal linksonder op de plattegrond deels zichtbaar. Aanvankelijk had die nieuwe haven vanaf de Maas een eigen toegang, die helemaal links op het oorspronkelijke panorama te zien is. Op het nieuwe panorama is die toegang verdwenen. Dat klopt ook met het feit dat de Zalmhaven al vrij snel werd afgesloten van de Maas en toegankelijk werd via een doorgraving naar de Leuvehaven. Op het nieuwe panorama is die toegang ook zichtbaar, vóór ’t Nieuw Hooft (het grote gebouw aan de westkant van de ingang van de Leuvehaven). De plattegrond laat nog de oude situatie zien.
Helemaal links op het nieuwe panorama is nóg een (toegang naar een) haven te zien. Die valt buiten de plattegrond. Zeer waarschijnlijk gaat het om het haventje dat op onderstaand fragment van een latere kaart omcirkeld is. Dat fragment laat ook mooi de nieuwe toegang tot de Zalmhaven zien, en de afgesloten oude toegang vanaf de Maas.Fragment van de plattegrond van Rotterdam van Andries Munro uit 1801 (bron: Hoogheemraadschap Schieland) Vooropgezet plan? De veranderde situatie aan de westkant van de stad had men eventueel ook wel kunnen laten zien zonder het oorspronkelijke panorama aan die kant te verbreden. In dat geval was het ook niet nodig geweest om er aan de andere kant een stukje aan te plakken. Dat moest nú wel (althans, dat was de eenvoudigste manier om ervoor te zorgen dat de naam ‘Rotterodamum’ in het midden bleef staan). Los van het bovenstaande kan ook de vraag worden gesteld waaróm men de veranderde situatie beslist wilde laten zien op het panorama. De plattegrond werd daar immers ook niet op aangepast… Eén en ander roept de vraag op of het panorama wellicht werd verbreed met het oog op een reeds geplande nieuwe wandkaart; die zou immers groter (en breder) worden door het grote aantal nieuwe familiewapens. De vraag kan ook nog wat breder worden getrokken: werd het nieuwe materiaal in het kader van de atlas-uitgaven misschien óók gemaakt vanuit de ambitie om op basis daarvan ook nieuwe wandkaarten uit te brengen? Van een vooropgezet plan om het atlas-materiaal ook te gebruiken om nieuwe wandkaarten te maken is vast en zeker geen sprake geweest. Waarschijnlijk is dat idee spontaan geboren. De oude plattegronden zullen nog steeds voorradig zijn geweest, er was nieuw materiaal beschikbaar, én de oorspronkelijke kaart had na een kleine 100 jaar de nodige faam verworven. Waarom zouden we géén nieuwe wandkaarten uitbrengen, zal de gedachte zijn geweest. Tot slot: een zéér bijzonder exemplaar Op de website van een antiquariaat kwamen we een (verkocht) exemplaar van de wandkaart tegen die aanvankelijk nauwelijks de moeite van het noemen waard leek. Dat we dat nu tóch doen, komt doordat het bij nadere beschouwing om een zeer bijzonder exemplaar blijkt te gaan. De eerste indruk was dat het gaat om een nogal haastig en slordig in elkaar gezette kaart, en dat is het ook. De compositie van de verschillende onderdelen is in beginsel helder en evenwichtig. Wel steekt het panorama wat vreemd in de wapen-kolommen aan weerszijden. Dat er negen blanco wapens te zien zijn, is voor een decoratief bedoelde wandkaart misschien wat merkwaardig maar ook weer niet heel erg storend. De duidelijk mindere kwaliteit van deze kaart zit hem in de technische uitvoering. Op meerdere plekken is bijvoorbeeld een grijze opvulling te zien. Vooral de grijze balken tussen de stadsgezichten en de wapenrand zijn storend. Die waren bovendien niet nodig geweest. Sterker nog, ze leiden ertoe dat kolommen met de stadsgezichten in elk geval optisch teveel naar binnen zijn geplaatst: ze lijnen niet mooi uit met de delen van de bovenrand waarin de wapens staan van de pensionaris en de secretaris. Wellicht bedekken ze zelfs een deel van de plattegrond, maar dat is op de beschikbare afbeelding van de kaart niet goed te zien. Verder valt op dat de smalle rand van gebladerte en bloemen rondom de plattegrond ontbreekt. Tenslotte kan worden vastgesteld dat het deel boven de stadsgezichten en de plattegrond er ronduit slordig uitziet. Dat hoort één aaneengesloten afbeelding te zijn, maar hier zijn de afzonderlijke bladen duidelijk zichtbaar, waardoor het bijna oogt als vijf losse afbeeldingen. Het verkochte exemplaar op de website van antiquariaat Meffert & De Jonge (perspectief oorspronkelijke afbeelding 'rechtgetrokken') Maar wat maakt deze kaart nou zo bijzonder dat hij niet ongenoemd kon blijven? Gelet op het aantal wapens (75 stuks) is de kaart sowieso laat achttiende-eeuws. In dat licht is het al opmerkelijk dat het oorspronkelijke, niet verbrede panorama is gebruikt. Maar wat de kaart écht bijzonder maakt is de plattegrond: daarop is namelijk de Zalmhaven nog niet getekend. Dat betekent dus dat er, anders dan tot nu verondersteld werd, toch meerdere versies zijn van de plattegrond (waarschijnlijk twee). Déze versie kwamen we in de verschillende online archief- en museumcollecties nog niet tegen. Daaruit mag worden geconcludeerd dat het hier op zijn minst een zeldzame versie van de kaart betreft. Maar het zou ons ook niet verbazen dat het hier gaat om een volstrekt uniek exemplaar. Sterker nog: we achten het waarschijnlijk dat het een proefversie is van de oorspronkelijke kaart, waar later nieuwe stroken met wapens aan zijn toegevoegd. Bronnen: Donkersloot-De Vrij, M. P. van der Krogt, Repertorium van Nederlands kaartmakers, versie 2.3 (13-4-2021) Wouda, Bertus: Dieptelijnen Uitgediept. Kartograaf Pierre Ancelin, uitvinder van het stelsel van dieptelijnen (in: Caert-Thresoor, 33e jaargang 2014 nr. 1) Prospect heruitgave Atlas Rotterdam 1694, Uitgeverij Asia Maior / Atlas Maior 2017 Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek canonvannederland.nl geschiedenislokaal010.nl stadsarchief.rotterdam.nl museumrotterdam.nl maritiemmuseum.nl rijksstudio.nl wikipedia.nl inter-antiquariaat.nl | |