Kaart van de kuststrook tussen Schoorl en De Cocksdorp


Home | Kaarten | Overige Kaarten | Kaart van de kuststrook tussen Schoorl en De Cocksdorp
Kaart van de kuststrook tussen Schoorl en De Cocksdorp
Datering: ca. 1550
Bron: Nationaal Archief

EEN AFDRUK BESTELLEN VAN DEZE KAART? KLIK HIER

Topstuk Nationaal Archief
Deze prachtige kaart wordt toegeschreven aan Jan van Scorel (1495-1562). Het is één van de topstukken van het Nationaal Archief. De afmeting van de daadwerkelijke kaart, dat wil zeggen de tekening binnen het kader, is maar liefst 240 bij 78 cm. Het betreft een manuscriptkaart: een handgetekende kaart die niet in...

EEN AFDRUK BESTELLEN VAN DEZE KAART? KLIK HIER

Topstuk Nationaal Archief
Deze prachtige kaart wordt toegeschreven aan Jan van Scorel (1495-1562). Het is één van de topstukken van het Nationaal Archief. De afmeting van de daadwerkelijke kaart, dat wil zeggen de tekening binnen het kader, is maar liefst 240 bij 78 cm. Het betreft een manuscriptkaart: een handgetekende kaart die niet in gedrukte vorm is verschenen.   
 
Nova Roma
Jan van Scorel was een veelzijdig man. Behalve schilder, architect en waterbouwkundige was hij ook ondernemer. In die hoedanigheid kwam hij als ‘projectontwikkelaar’ halverwege de zestiende eeuw met een ambitieus plan voor het bedijken van het Zijpe, een wad- en kweldergebied ten noorden van zijn geboorteplaats Schoorl, achter de duinenrij van ’t Ooghe (het huidige Callantsoog). Al vanaf de veertiende eeuw waren meerdere vergeefse pogingen gedaan om dat gebied op de zee te veroveren.
 
Van Scorel presenteerde zijn project onder de naam ‘Nova Roma’. Op een schematische kaart die ook deel uitmaakte van het plan had hij alvast zeven nieuwe dorpen ingetekend in het te bedijken gebied. Die dorpen zouden vernoemd worden naar de zeven hoofdkerken van de heilige stad Rome: St. Paulus, St. Pieter, St. Lourens, St. Jan, St. Sebastiaan, Sancta Maria en St. Crusis. Onderstaande afbeelding is een eind zestiende-eeuwse kopie van die kaart.   
 
 
 
Drooglegging en verkaveling
Deze veel grotere en figuratieve kaart tekende Van Scorel ten behoeve van de octrooi-aanvraag voor zijn bedijkingsplan. Dat octrooi werd hem verleend op 31 maart 1552. De uitvoering van het plan Van Scorel verliep moeizaam. Een interessante, deels geromantiseerde beschrijving van het noodzakelijke ‘duw- en trekwerk’ door de initiatiefnemer is hier te lezen.
 
Ondanks de problemen was het gebied een jaar na de octrooiverlening al drooggelegd. In april 1553 werden de condities voor de verkaveling van de polder bepaald en de breedten van dijkbermen, vaarten en wegen vastgesteld. De Edamse landmeter Simon Meeuwsz kreeg opdracht de polderindeling uit te meten en vervolgens de kavels uit te zetten. Op basis van zijn verkavelingskaart (zie onderstaande afbeelding) zouden vervolgens de wegen, vaarten en kavelsloten volgens kaart worden aangelegd. Het gebied werd verdeeld in 20 grote kavels (A t/m V), die elk werden verdeeld in 10 percelen. In het midden van de polder was een kerk voorzien. Die werd echter nooit gerealiseerd.  
 

 
In de loop van de zomer van 1553 waren de wegen, vaarten en kavelsloten gerealiseerd en was de nieuwe polder klaar om in gebruik genomen te worden. Op 23 oktober werden tijdens een bijeenkomst in Petten de kavels onder de belanghebbenden verloot. Daarmee was Van Scorels project binnen 17 maanden voltooid. Met gerechtvaardigde trots en tevredenheid verklaarde de initiatiefnemer dat hij en zijn compagnons “deselve dijckacge, diewelcke ongelijck meerder is van begrijpe dan ghene andere, die binnen mensschen ghedencknisse gemaeckt is... gebracht hebben van eene opene, naacte ende zoutte schorre ofte waardt nyet alleenlick tot zeeweere, maar oock tot vollen dijcken ende vaste zeeckerheyt”.
 
Vier decennia strijd tegen de zee
De ‘vaste zeeckerheyt’ waar Van Scorel in 1553 van repte, bleek minder vast en zeker dan gedacht. Een paar jaar later al werd de kersverse polder door de zee terugveroverd. Maar men liet zich niet uit het veld slaan en in 1561 volgde een nieuwe poging om het gebied definitief droog te leggen. In de decennia daarna bleek de zee toch keer op keer te sterk, bijvoorbeeld tijdens de Allerheiligenvloed van 1570. Ook de daaropvolgende poging in 1572 om het water voor eens en voor altijd de baas te blijven bleek niet afdoende.
Pas in 1597, het was inmiddels de vierde serieuze poging, wist men de strijd met de zee definitief te beslissen. Van Scorel was toen al 35 jaar dood en zijn oorspronkelijke ‘Nova Roma’-concept allang vergeten: de zeven dorpen die hij had bedacht kwamen er niet, en de dorpen die er wel kwamen werden niet genoemd naar kerken in Rome.
 
Wél was de eerste grote droogmakerij in Noord Holland een feit, een huzarenstukje waartoe Van Scorel de aanzet had gegeven en dat maar liefst 7600 ha nieuw land had opgeleverd. Dankzij de opgedane ervaringen volgden de grootschalige inpolderingen elkaar daarna in snel tempo op: Wieringerwaard (1612), Beemster (1612), Purmer (1623), Wijdewormer (1626), Heerhugowaard (1631) en Schermer (1635).    
 
Bron: zijpermuseum.nl
 



Meehelpen om onze content ook in de toekomst gratis beschikbaar te houden? Doneer dan nu via deze knop!





 
Lees meer