AFDRUK BESTELLEN VAN EEN INGEKLEURDE VERSIE VAN DEZE KAART? KLIK HIER!
De volledige titel van deze kaart luidt:
Nieuwe kaart van 't baljuwschap van Kennemerland met de bannen van Westsaanen, Assendelft, Heemskerk, Wyk aan Duyn, Velsen, Spaarwoude &c/met groote naaukeurigheid geteekend en uitgegeven door de Weduwe van Nicolaas Visscher.
Het aan de titel toegevoegde ‘Nunc apud Petrum Schenk iun.' verraadt dat dit exemplaar een heruitgave is door Petrus II Schenk, en daarmee kan worden gedateerd tussen ongeveer 1730 en 1875. De in de titel genoemde weduwe van Nicolaas Visscher was in 1726 overleden, en Schenk had daarna veel koperplaten van het huis Visscher verworven.
De kaart is opgenomen in de
Atlas der Neederlanden, die begin 19
e eeuw werd samengesteld, vermoedelijk door de Amsterdamse uitgeverij Covens en Mortier. Met meer dan 600 gedrukte en handgetekende kaarten werd in negen atlasdelen de geschiedenis van ‘de Neederlanden’ in kaart gebracht, waartoe ook het huidige België en de toenmalige Nederlandse koloniën behoorden. Vanaf 2011 is er gewerkt aan de restauratie en digitalisering van de atlas.
In 2013 verscheen een facsimile-uitgave én het boek
De Atlas der Neederlanden: Kaarten van de Republiek en het prille Koninkrijk met ‘Belgiën’ en ‘Coloniën’. De navolgende beschrijving is één op één overgenomen uit dat boek.
De kaart van het baljuwschap van Kennemerland, de omgeving van 'Holland op z'n smalst', is een voorbeeld van een nieuwe benadering van een klein gebied dat nog niet eerder een zelfstandige gedrukte kaart had gekregen. Het is een typisch product van de tijd waarin het stichten van buitenplaatsen een hoge vlucht nam. Dat proces was sinds het begin van de zeventiende eeuw op gang gekomen. De bescheiden aanvang - het betrekken van bestaande hofsteden en landelijke huizen door stedelingen - mondde in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw uit in het bouwen van statige en kostbare buitenplaatsen en het aanleggen van uitgestrekte tuinen en parken. De aanwezigheid van de buitens en hun schatrijke bewoners, ook al was dat vaak alleen in de zomer, was van groot belang voor de regionale economie.
Een financiële ondersteuning wilde nog wel eens helpen om de eigen buitenplaats met modieuze geometrische tuin prominent op de kaart te krijgen. Daarvan zijn voorbeelden genoeg bekend uit Het Gooi, de Vechtstreek en dergelijke. De opdracht van de uitgever aan Johannes van de Poll, meermalen burgemeester van Amsterdam in de eerste decennia van de achttiende eeuw, maakt duidelijk dat belangrijke lieden een rol speelden bij het stimuleren van dergelijke kaartuitgaven. Zo ook dus van dit westelijke deel van het 'Amsterdamse Arcadia', waar de rijken hun buitenverblijven bouwden. Van de Poll zelf bewoonde sinds 1700 het Huys te Spyck in Velserbroek. Het werd in het midden van de negentiende eeuw gesloopt; er zijn alleen nog rudimenten over. We zien het op de kaart iets ten zuidoosten van het bekende buiten Beeckestein, vlak bij de plaats waar de Lange Sloot in het Wijkermeer uitmondt. Veel buitens raakten vervallen en werden afgebroken, maar een aantal is nog aanwezig: Scheybeek bij Beverwijk, waar Vondel geregeld kwam, Velserbeek, Waterland en het veel oudere Huis van Marquette in Heemskerk.
Een dergelijke kaart bood ook de gelegenheid meer aandacht aan details van de streek te wijden. Zo is het interessant de weergave van molens in de Zaanstreek te bekijken. Niet alleen zijn ze in groten getale aangegeven, maar waar ruimte overbleef staat ook hun functie vermeld: 'pampier molen', 'olijmolen', 'hennip molen', 'water molen', 'saag molen', 'meel molen' enzovoorts.
Toch houdt met de specifieke kaartuitsnede, wat toegevoegde details en de nadrukkelijk aangegeven buitenplaatsen de originaliteit wel op. Kenners van de cartografie van Noord-Holland zien algauw dat het stramien en de topografische basisinhoud geleend zijn van de grote zestienbladige kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland. De bladen 11, 12, 15 en 16 daarvan (met name 12 en 16) zijn minutieus nagetekend, zij het op een iets kleinere schaal.
Zoals de koptitel vermeldt is de kaart niet door één der mannelijke Visschers uitgegeven, maar door de weduwe van Nicolaas II Visscher, Elizabeth Verseyl. Na het overlijden van haar man in 1702 zette zij de bloeiende zaak onverdroten voort tot haar dood in 1726. Dat zij niet slechts 'op de winkel paste’ blijkt uit de nieuwe atlasuitgaven die bleven verschijnen. Ook de uitgave van nieuwe 'particuliere' kaarten zoals deze wijst op haar actieve bedrijfsvoering. Het toegevoegd impressum ‘Nunc Apud Petrum Schenk iun.’ verraadt dat de kaart tot diep in de achttiende eeuw werd verkocht.
.jpg)
Meehelpen om onze content ook in de toekomst gratis beschikbaar te houden? Doneer dan nu via deze knop!